zaterdag, maart 31, 2007

Slap Gelach

Ik zou er zo graag meer over weten, het fenomeen beschreven zien in één of ander gerenommeerd vaktijdschrift. Het wordt door degenen die het nooit hebben soms smalend "kinderachtig" genoemd. Misschien is het inderdaad een overblijfsel uit die kindertijd en kun je het als een soort regressie beschouwen, als je je niet door goede manieren of verantwoordelijkheden laat tegenhouden en gewoon die lach bezit van je laat nemen. Als je ouder bent kun je er denk ik een fractie eerder mee ophouden dan vroeger, het iéts beter beheersen, maar echt zeker weet ik dat niet want mij lukt het zelden.
Is er trouwens ooit wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de slappe lach? Want ik meen het hé, ik wil mij daarin verdiepen. Is het cultuurgebonden? Krijgen Eskimo's of Bosjesmannen het ook? Doen Fabiola of Mathilde het in de beslotenheid van hun paleis tot de tranen hen over de wangen rollen? En roepen ze dan uit, terwijl ze naar hun buik grijpen die ondertussen pijn doet van het onbeheerste lachen : "Stop! Of ik doe het in mijn broek!"?
Het zou ook erfelijk kunnen zijn. In dat geval zit het bij mij langs moederskant in de familie.
Mijn moeder is 66 maar op familiefeestjes steevast de eerste om het te krijgen, op de voet gevolgd door mijn zus en mezelf die het véél erger hebben( of heet het in dit geval "beter kunnen"?). De kinderen vallen prompt in en we gaan door tot het niet proper meer is, gierend met alles - het hoeft niet noodzakelijk iets met de aanleiding te maken hebben - die is sowieso meestal onbenullig.
Jongste kan het samen met haar vriendinnen zo erg hebben dat ze elkaar letterlijk moeten rechthouden.
Het is alleszins besmettelijk want alhoewel ik het een enkele keer helemaal op mijn eentje heb gehad zijn de aanvallen op zo'n moment belange zo heftig niet en veel vlugger over. Het is iets wat je minstens met twee maar makkelijk ook met z'n meren kunt krijgen. Héél genant op vergaderingen of voordrachten trouwens, ik verzeker u!
Als je moe bent heb je er ook iets minder verweer tegen, meen ik te ervaren, en stress is een factor die de ernst verhoogt. Als het niet mag of ongepast is en je probeert met krampachtig hikken de boel te maskeren, mag je er zeker van zijn dat het een ramp wordt en je eindigt met heftig schokkende schouders en een rode kop.
Ik zou durven beweren dat vrouwen het iets vaker hebben dan mannen - zo op het zicht -alhoewel ik geen statistieken of enquêtes heb om die bewering te staven.
Ik stel me ook vragen bij de benaming. De slappe lach. De lach is allesbehalve slap, of zo ervaar ik het alleszins niet. Ik zou hem eerder spastisch noemen : de kontrole over je spieren is op een bepaald moment volledig weg, met vreselijke grimassen, gemorste koffie, onverstaanbare woorden en schokkende bewegingen als gevolg. Letterlijk een lachstuip dus.
Veel vragen, ik kon ze zelfs niet googelen want weet niet of er wel een engels woord bestaat voor het verschijnsel.
Maar wat ik wel weet : deugd dat dat doet! Achteraf voel je je totaal ontspannen en in vrede met de hele belachelijk ernstige wereld.

donderdag, maart 22, 2007

Oei!

Zo lang geleden al!
Nee, hier gebeurden geen vreselijke noch trieste dingen.
Nul kommer en kwel.
Gewoon, leven met alles erop en eraan en de blog de blog gelaten.
Er is dan ook zó veel te doen en te beleven. Prioriteiten leggen is soms moeilijk en om die reden doe ik het dikwijls gewoon niet. Ik doe wat voor de hand ligt.
Ik ben bovendien ongelooflijk goed in uitstellen. Ik moet daar helemaal geen moeite voor doen, dat komt vanzelf, ik ben om zo te zeggen een natuurtalent.
Als ik een mooi boek lees of met iets interessants of leuks bezig ben laat ik zonder schuldgevoel alles wat mogelijkerwijs kan blijven liggen ook daadwerkelijk liggen.
Daar kunnen bij tijd en wijle de hopen strijk, bergen (af)was, ongeopende briefwisseling, bibliotheekboeken, op-telefoon-wachtende-familieleden en -vrienden (en nu dus mijn dierbare blog ook) van getuigen.
Maar kijk, het zal de aanstormende lente zijn - of anders gewoon stom toeval - maar mijn strijkkast is leeg, mijn aanrecht blinkt en de post is gesorteerd.
Er liggen wel een pak superinteressante, verse bibliotheekboeken op mijn salontafel te schreeuwen "LEES MIJ!".
En ik heb nog avonddienst straks. Maar morgen, morgen zeker. Of anders overmorgen - op voorwaarde dat het dan geen te goed weer is en dat er niemand langskomt welteverstaan.