maandag, juli 31, 2006

wie spaart heeft wat

Ik kan er weg mee, reken maar. Het begon al vroeg: met keitjes, schelpjes, pluimpjes, takjes. Daarna van die gekleurde doorzichtige snoeppapiertjes. Als je er zo eentje voor je oog hield en het andere oog dichtkneep zag de wereld er schitterend uit! Geel, rood, blauw, oranje! En de papiertjes bleven lekker lang naar karamel ruiken. Later werden het postzegels, dat heb ik lang gedaan, want er zijn er zo veel, en je kunt zalig lang verzamelen voor je doos vol is.
De prentjes van bij de chocolade spaarde ik, de artis- en historiapunten.
Tegen de tijd dat ik plaatjes van mijn favoriete zangers, The Rubettes uit de boekskes knipte was het al te laat. Ik had het. Héél erg! Verzamelwoede.
En wat misschien nog erger is : het ging nooit meer over. Ik heb het met andere woorden nog.
Net als beroemde schilders heb ik mijn periodes : kunstwerken op postkaarten, kruissteekpatronen, lappen stof (en ik kan geeneens naaien!), blauw serviesgoed, tuintijdschriften, blikken dozen.
Verder zijn er fascinaties die nooit overgaan : scherven, parels, schelpen.
Van al deze dingen heb ik dus hopen, en alles wordt regelmatig bekeken en bewonderd, en niks, echt niks ervan kan weg.
Ik heb het van mijn pa, zoveel is zeker. Die spaart al 70 jaar met nimmer aflatende inventiviteit en energie, tot grote wanhoop soms van mijn ma, die het ene moment een wand vol borrelglaasjes heeft -geen enkele gelijk- en een paar jaar later geen weg weet met de zelfgemaakte kerststallen, allemaal te mooi om in de kast te laten zitten.
Broer J heeft het ook : fossielen, prenten van vuurtorens, bokalen vol schelpen, vetplanten, ik noem maar wat.
Nu kwam Jongste paar dagen geleden thuis na vakantie in Frankrijk met haar papa en trots toonde ze me haar verzameling zelfgevonden stenen, die allemaal de vorm van een hart hebben.
Ze heeft het dus ook.
Het zal besmettelijk zijn.
Of erfelijk wellicht.

vrijdag, juli 28, 2006

studie

Ik ben een geboren kustmens. Een strandloper van voor ik kon lopen. Met ma, zus en kleine broers op zomerdagen van 's morgensvroeg naar het strand, te voet, het was maar een paar honderd meter. De hele dag bleven we daar.
In die tijd kende ik frigoboxen en koelelementen enkel vanop foto's in Het Rijk Der Vrouw. Dus bij aankomst op het strand maakten we eerst een kuiltje om de fles limonade in te zetten.
Daarna samen met een pak andere kinderen putten maken, héle diepe, liefst tot aan de andere kant van de wereld. Ik dacht toen nog dat dat China was, Australië leek me niet exotisch genoeg.
Later stelden we onze aspiraties wat bij en werden het heuse kamers; met trappen en stoelen en tafels, alles in zand. Als alles af was gingen we bij mekaar op bezoek. Of we lieten ons ingraven, met alleen hoofd, handen en voeten boven het zand uit. Het geheel werd versierd met stokjes, steentjes en pluimen, de naam met een vinger getrokken in hard zand. We maakten kastelen met kantelen, slotgrachten, torens, alles rondom versierd met schelpen. We maakten forten aan de vloedlijn en keken wiens bouwsel langst tegen het opkomende water bestand was.
Nu noemen ze mensen die zich met zulke dingen bezighouden zandsculpturisten!
Ergens halverwege, alhoewel we er vanaf een kwartier na aankomst al om de haverklap om vroegen : de boterhammen. En geen gezeur over het zand dat ertussen zat, "dat kuist de maag!"
Pa kwam na z'n werkdag ook nog, en leerde ons dan zwemmen.
Op je buik dobberen in zee met de hand van je vader onder je, weten dat er nooit iets kan gebeuren met hem zo dichtbij, zout water in je mond, gewichtloosheid, zonnewarmte op je lijf. Ma die op het strand zit te kijken en je geen moment uit het oog verliest. Dichter bij het baarmoedergevoel kun je vanzelevens niet komen denk ik.
De dag was nooit lang genoeg.
Vanaf mijn 15de ging ik met vrienden, we hadden een vaste stek en zagen wel wie er was, meer dan een handdoek, ons zwempak en mekaars gezelschap hadden we niet nodig.
20 jaar geleden herhaalde de geschiedenis zich voor mij, toen ik met mijn eigen kleine kinderen naar het strand trok en hen bezig zag.
Altijd naar dezelfde vaste plaats, waar er steeds iemand is die je kent, waar je een hele middag kunt zitten kletsen, of een tukje doen terwijl een vriendin een oogje op de kids houdt. Thermossen koffie, zakken pistolets, bergen papieren bloemen, wat ik allemaal naar dat strand heb versleept.....
De hele wereld hebben we verbeterd, daar al kletsend op dat strand, gezucht over onze mannen en hun moeders, ons werk, gedroomd over perfecte zelfreinigende huizen, het ideale figuur en voorbeeldige kinderen.
Ondertussen gaan die ook al zelf, die kinderen, al zijn ze jammer genoeg nooit écht voorbeeldig geworden.
Oudste was wel jarenlang elke zomervakantie strandredder. Ik hoor de branding nog, zei hij soms als hij na een dag turen en toeteren thuiskwam. De cirkel is rond dacht ik dan.
Maar wat ik wilde zeggen.
Liesa Dupont dus, en haar studie over het naaktstrand. Een studie van 2 weken. Ze observeerde en zag dat kijken er belangrijk was, dat er een soort van communitygevoel was en dat er meer zonnebrillen gedragen werden dan elders?! Huh! Was het een vergelijkende studie? Ging ze bijgevolg ook 2 weken naar een textielstrand? Werd ze daar niét in een gemeenschap opgenomen? Werd ze daar niét bekeken? Speelde sexualiteit daar geen enkele rol? Waren daar in geen velden of wegen tatoeages, piercings of zonnebrillen te bekennnen?
Van al deze dingen plenty op het strand, het hoeft niet naakt te zijn.
Hoog tij(d) voor een inleefstage Liesa, het is er het weer voor!

woensdag, juli 26, 2006

de wereld is rond

Op reis aan het zwembad : kijken wat de mensen lezen.
En bij dat leesvoer het personage bedenken.
Dat doen wij graag en het gaat ongeveer zo :
De mevrouw met het Royals magazine heeft thuis een vlinderhondje met een strass halsbandje dat ze bij de poetsvrouw achterliet. Ze gaat straks tenissen. Ze belt elke dag naar huis om te horen hoe het met Hondje gaat.
Die man met de vakantie-editie van het Laatste Nieuws (hij leest het verslag van de tour in de sportpagina's) is metser, geen twijfel mogelijk!
Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat we hier geholpen worden door sterk gebruinde hals en armen, en een spierwitte buik. Hij mist zijn duiven.
Die knappe gast met z'n wilde krullen leest een dikke turf : Schaduw van de wind, van Zafon. Hmmm, ik dacht het wel, daar zit wat in. Zou hij journalist zijn? Hij is iemand om in een bruin café een boom mee op te zetten, heeft over alles een mening. Hij ziet er onafhankelijk uit, gaat straks in de 4Gats een espresso drinken en daar zonder twijfel allerlei interessante mensen ontmoeten.
In de ligstoel zit iemand met Stephen King op schoot. Ze lijkt braaf, maar volgens ons heeft ze heel wat verborgen kantjes en ze zal haar echtgenoot wel niet in stukken hakken en aan de honden voeren, maar in gedachten heeft ze toch al ettelijke onfrisse manieren bedacht om van hem af te raken.
De echtgenoot in kwestie ligt met flitse zonnebril en dito gouden halsketting vlak bij haar met het tijdschrift Autowereld te spelen. Heeft meer werk met het checken van alle vrouwelijk schoon dan dat hij leest. Wordt gecatalogiseerd als redelijk waardeloze macho. Ja, we zijn genadeloos!
De Pratchettlezer even verder heeft volgens ons een nogal saaie kantoorjob bij één of andere overheidsdienst, maar in z'n vrije tijd is hij lid van de sterrenwacht en hij kent alle afleveringen van Star Trek uit het hoofd. Hij kan ook goed koken, is gek op Nigella Lawson en deed z'n vrouw een kookboek van haar cadeau.
De vrouw zit naast hem het desbetreffende kookboek te doorbladeren, dus dat was een makkie.
Geen enkel boek echter liet onze fantasie zo met ons op de loop gaan als wat Vriend ontdekte. Hij kwam opgewonden en met enig ontzag in z'n stem fluisteren : kijk wat die mevrouw leest!!!
A Short History of tractors in Ukrainian.
De kaft ziet er vergeeld en zelfs een beetje antiek uit. Al kunnen we natuurlijk niet àl te opzichtig turen.
De dame is van middelbare leeftijd en ziet er op slag zéér intelligent uit. Ze heeft een bril op, dat helpt. Ongetwijfeld een prof aan 1 of andere universiteit. Landbouwkunde, geschiedenis van de industrialisering in de landbouw, zoiets. Waaaw!
En dan in Spanje aan een zwembad vakliteratuur zitten lezen!
Misschien geeft ze lezingen overal, over de ontwikkeling van tractoren door de jaren en over de grenzen heen en is ze hier voor een congres!
Wij verwonderen ons over dit facet van de wetenschap, waar wij tot nu eigenlijk niet het flauwste benul van hadden.
Ondertussen al 2 weken thuis en allang weer aan het werk. Vertelt vriendin-collega R -notoir Amazon.com adept- dat ze tijdens surftochten op die site soms echt bizarre dingen tegenkomt.
Gisteren nog een boek over tractoren in Oekraïne. Wie leest nu zoiets? Zij in elk geval alleen de titel.
Ik geloof mijn oren niet. Kan dit zijn? Wat een toeval! En ook : Zijn de lezingen van onze prof afgelopen en verkoopt ze haar studieboek? Voldeed het niet aan de verwachtingen? Is het wellicht een naslagwerk dat ze zelf schreef?
Opgezocht dus. Het is een roman! Over -je raadt het nooit- een landbouwer! Verklaart alles.
Jammer van die mevrouw aan het zwembad, ze heeft een schitterende carriére gemist.

PS : het boek is besteld -ik moet het lezen-, dat spreekt vanzelf

zaterdag, juli 22, 2006

Doendenken

Je hebt denkers, en je hebt doeners.
Ik denk dat ik een doener ben.
Met doen bedoel ik dan niet: steeds maar bezig willen zijn, maar meer dat ik het allemaal wil beleven, wil mee-maken.
Is dat praktisch gezien niet te realiseren, dan moet ik het kunnen visualiseren. Zo'n beetje in m'n hoofd doen alsof ik het doe. Dat bracht me al op vele plaatsen.
En misschien maakt me dat toch een denker dan.
Met weten en voelen is het ook een beetje zo vind ik.
Ik weet dat ik een voeler ben. Maar als ik ergens iets bij voel, wil ik er wel zo veel mogelijk over weten. Zo ben ik al surfend op het internet al de gekste dingen tegengekomen trouwens, waarvan sommige me zowaar zelfs bijbleven!
Al die dingen maken van mij een hele trage. Al van ver voor het woord onthaasting zelfs maar bestond, deed ik er al aan. Niet met opzet hoor, het is mijn natuur.
Een boek dat ik echt mooi vind in een rapke uitlezen bij voorbeeld, dat kan ik niet.
Moeten sommigen maar zo schoon niet schrijven ook, met zinnen die smelten tegen je verhemelte, of openspatten in je hoofd.
Na bepaalde stukken leg ik dat boek neer en willen mijn ogen even dicht om alles te laten doordringen.
Vroeger wou ik net als Mary Poppins in een tekening of een boek kunnen springen, me er helemaal in onderdompelen.
Nu weet ik ondertussen dat dat niet kan, maar ik blijf proberen.

woensdag, juli 19, 2006

ik kan toveren

Ik weet het zelf allang, als sinds ik een kind ben, mijn pa toonde het me.
Het is helemaal niet moeilijk eigenlijk, maar zoals met zo veel dingen : je moet het weten.
De timing is belangrijk :
Je wacht een paar zwoele dagen af.
Dan komt er een lastig gedeelte :
Een stukje strand vinden zonder lichtvervuiling - dus geen bebouwde zeedijken of kustbanen in de buurt.
Je gaat ernaartoe bij nachte, of op z'n minst in het donker; wie wil toveren moet er tenslotte iets voor over hebben.
Ga naar het water, beter nog, ga erin, en kijk : zeevonk !
Duizenden lichtgevende, glitterende blauwgroene spikkels in de branding en op het natte zand.
Als je zelf in het water gaat blijven ze op je hele lijf plakken en zie je er net een blinkende zeemeermin/man of een flashy hollywoodster uit - je mag zelf kiezen hier.
Als je met een duikbrilletje onder water kijkt, is het alsof je in de melkweg zit tussen miljoenen sterren !
Zelfs meenemen in een flesje voor de thuisblijvers of slaapkoppen lukt, al blijft de magie dan maar een paar uur werkzaam en pas na goed schudden.
Zoals met alle spreuken, kan ook deze teniet gedaan worden : als het regent is het afgelopen.
Ik ken nog massa's andere toverdingen, waarover later ooit wel eens meer, maar dit is toch mijn favoriet !

dinsdag, juli 18, 2006

follow me


Dit zicht hebben als je een lodderig oog opentrekt :
Liefste vriendje.
Liefste zwemzee, navel van onze Moeder waar het zo zalig dobberen is.
Liefste strand en duinen. Warme zon op mijn lijf na een werkdag.
En al dat heerlijks op nog geen 10 minuten fietsen.
Hoe rijk kan een mens zijn.

zaterdag, juli 15, 2006

Gauw die


scherven pakken die ik al jaren spaar en zelf net zo'n bankje maken als ik in Barcelona fotografeerde!

vrijdag, juli 14, 2006

namen noemen

Die Catalaanse vlag op vakantie dus : ontworpen door designer avant la lettre Karel de Kale. Niet mis gedaan voor 1 van de eerste fransmannen uit de geschiedenis trouwens. Coco Chanel of Jean-Paul Gaultier zouden er wel wat voor over hebben denk ik, om 1 van hun creaties zo'n slordige 1.000 jaar te laten meegaan.
Maar eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat Guifre El Pelos er ook voor iets tussen zat, hij was de muze als het ware.
Guifré El Pélos zijnde Wilfred De Harige, a hairy hero.
Nu had ik mij over de jaren 800-900 zo wel al eens 1 en ander voorgesteld, geholpen door de prachtige illustraties van Artis-Historia in de onvergetelijke boeken met groene kaft uit mijn lagere schooltijd : 's Lands Glorie. Ik kreeg nooit genoeg van die prenten, heb ze ettelijke keren uitvoerig bestudeerd.
Ik moet zeggen dat alle figurerende mannen uit die tijd daarin harig waren. Lang hoofdhaar, al dan niet in vlechten en ruige (bakke)baarden in alle soorten modellen en kleuren.
Guifré moest een uitzondering zijn om zo'n naam te verdienen denk ik dan. Opzoekwerk levert alleen de info dat hij inderdaad véél haar had , zelfs op plaatsen waar dat niet hoorde. Tja, wat moet een mens daarmee. Ik laat het maar zo, voor mijn fantasie helemààl met me op de loop gaat.
Wel makkelijk natuurlijk, zo'n opvallend kenmerk, als je een naam moet krijgen.
Iets waar ik me eigenlijk soms zelf ook aan bezondig hoor. Wat wil je als je ettelijke Marcen en Luc's in je vriendenkring hebt, om van de Tine's en Anne's nog te zwijgen. Het maakt de conversatie makkelijk als iedereen met 1 woord weet over wie het gaat. Wreed ambetant dan weer, op het moment dat Jongste het bij vrienden vol enthousiasme heeft over Anne "Bannanne" , omdat ze gewoon niet beter weet of het is de echte achternaam van die vriendin.
Bannanne zijnde 1 van onze dialectwoorden voor zat, dronken.

donderdag, juli 13, 2006

Catalaanse ezels


Het viel ons bijna onmiddellijk op : hier kleeft niet de bekende Spaanse (Osborne)stier op de wagens, maar als tegenhanger een ezel, een Ruc Català.
En zoals te verwachten schuilt achter dit koppige beest een verhaal van dapper weerstand bieden. De inhoud hoorde ik al ettelijke keren, zij het telkens op andere locaties : In Wales, in Friesland, en -durf ik het zeggen?- zelfs hier in Vlaanderen.
Tijdens bezettingen wordt de eigen taal verboden op school, in sommige gevallen zelfs op straat. In het geval van ons stukje vakantieSpanje dit jaar werd het Catalaans alleen nog thuis gesproken, en in het geheim in het klooster van Montserrat.
Franco -en dat is toch niet zo héél lang geleden- deed ook zijn uiterste best de taal volledig "uit te roeien".
Maar wees gerust, het Catalaans is dankzij de volharding van de inwoners tegenwoordig springlevend en wordt door iedereen daar gesproken en geschreven.
Toen een tijd geleden de typisch Catalaanse ezel met uitsterven bedreigd werd (want hij bestaat ook in het echt dus), moeten ze daar in Catalonië gedacht hebben : "nu dat nog"; en een symbool was geboren.
Het kan soms vreemd lopen met symbolen, we kwamen er op reis nog zo eentje tegen :
De vlag van Catalonië, 4 rode strepen op een goudgele achtergrond; ontstaan nadat Guifré el Pélos heel dapper ter bescherming van Catalonië vocht tegen de Saracenen, meer dan 1.000 jaar geleden.
Karel de Kale wilde hem na afloop persoonlijk bedanken en gelukwensen maar zag dat Guifré zwaar gewond was. Karel doopte zijn vingers in het bloed van de stervende held en veegde die over het gouden schild van Guifré.En voilà ; 1 van de oudste vlaggen van Europa zag het levenslicht.

Of die verhalen waar zijn of niet heeft voor mij eigenlijk weinig belang, ze geven het symbool kracht. En ik vind het persoonlijk stukken makkelijker iets te onthouden als er zo'n mooi verhaal bij hoort.

woensdag, juli 12, 2006

tea cemerony

Woorden zijn magie. Ze maken je vrolijk, gelukkig, triest, bezorgen je kippenvel,ze drijven vrienden uit mekaar, ze doen je blozen, je krijgt ze niet over je lippen, ze stokken in je keel, ze rollen je mond uit.
Er zijn hele theorieën trouwens, over het soort versprekingen die men placht te doen, of de manier waarop je letters en woorden door elkaar haspelt. De bekende Vereende Krachten die Verkrachte Eenden worden, je kent ze wel.
Sommige psychiaters verdienen er een aardige boterham mee. De neurolinguistiek is een bloeiende wetenschap.
Bij mij werken sommige woorden net als geuren, ze zwiepen me zonder verwittiging vooraf, terug in de tijd, en daarna gaat het in vrije val langs Memory Lane. Andere straatjes zijn ook mogelijk, of watervallen; de ene associatie na de andere.
Een tea ceremony doet me op dat vlak weinig, een tea cemerony daarentegen zette gisteren een immens raderwerk in gang, ik heb er de hele verdere dag van genoten. Ik vond het een woord waar een prentje bij hoort, van een kamer vol fantasiefiguren.
En op dat moment floepte de Mad Hatter van Alice in Wonderland mijn hoofd binnen, gevolgd door Jabberwocky. 1 van de zalige nonsensgedichten van Lewis Carroll die ik als kind las. Hij (of is het een zij?) heette in ons nederlandstalige boek de Wauwelwok. Daarna de hilarisch onzinnige verklaring, door niemand minder dan Humpty Dumpty himself. Ik herlas het prompt allemaal, en het werkt nog steeds, ik ben er nog altijd absoluut weg van!

dinsdag, juli 11, 2006

Spanje

Was leuk; alhoewel het van mij gerust allemaal iets frisser mag, met ros bloed als het mijne blijf je maar antizonnebrandspul smeren in zo'n land!
Vooral Gaudi was en ben ik helemaal wild van.
Willen of niet, jullie horen later meer, nu eerst wasmachines laten draaien, post doorworstelen, voorraad inslaan, bij ma en pa verslag uitbrengen,...