dinsdag, augustus 29, 2006

Passioneel



Die doet dus alsof ze niets in de gaten heeft. Alsof het niet al weken na mekaar van de regen in de drup is.
Ze groeit en woekert dat het een lieve lust is.
Ze verdoet haar tijd niet met klagen over het weer, ze blijft doodgemoedereerd de ene na de andere bloem produceren, alsof het hier dag na dag zonnebrand is in mijn tuintje.
Way to go meiske!

zondag, augustus 27, 2006

een kat een kat noemen

Namen geven is zó delicaat. Niet alleen moet de persoon/het dier in kwestie er zijn hele leven mee door, je moet hem zelf ook ettelijke keren in de mond nemen.
Het zal zo'n 16, 17 jaar geleden zijn - de zomers waren in die tijd nog zonnig - dat wij bij vrienden in de tuin zaten, samen met andere vrienden die pas terug waren van een lang verblijf in Tibet. Ze hadden er 2 jaar in een ontwikkelingsproject gewerkt en hadden massa's interessante verhalen, dat kunt u zich wel voorstellen.
Oudste en Middelste zaten dan ook met open mond en rode oortjes te luisteren.
Vooral het verhaal over de bonpa-tovenaars bleef hen bij, beoefenaars van een soort oervorm van het boeddhisme, doorspekt met animisme en sjamanisme.
Er werd thuis nog duchtig nagepraat over die tovenaars die zich door meditatie in dieren veranderden.
Het toeval wil dat wij 's anderendaags een poesje adopteerden. En het beest moest en zou Bonpa heten, aldus de zoons, een woord dat zij toen nog enkel in de Tibetaanse betekenis kenden want grootvaders zijn hier in West-Vlaanderen opa's of pepee's.
Geen probleem, klein kind is koning, onze kat werd Bonpa.
Al vlug werd echter duidelijk dat dit niet zo'n goed idee geweest was.
De vreemde blikken die ik ontwaardde als ik onze kat 's avonds in het schemerduister in de deuropening stond te roepen was ik rap gewoon.
Aan de file bij de kassa in Delhaize staan wanneer je zoon van 5 komt aangelopen met z'n armen vol kattenvoer, buiten adem roepend "we waren nog eten voor Bonpa vergeten", vond ik al veel minder.
Maar toen jaren later iemand mij vertelde over de dood van haar bompa en Middelste er zijn snater in sloeg om te zeggen dat onze Bonpa ook dood was, brak het zweet mij uit.
Nog voor ik er een speld tussen kreeg vertelde hij het hele verhaal : dat wij onze Bonpa al 2 dagen kwijt waren en dat papa hem tenslotte gevonden had, overreden, hij had hem nog langs de kant van de weg in het gras gelegd.
Ik verzeker u dat ik op dat moment dure eden gezworen heb wat naamgeving betreft.

woensdag, augustus 23, 2006

Any Way

G is een schatje. Hij is lang, hij is rossig, hij is Brits. Hij is zéér Brits. Beruchte stiff upper lip en al.
Stel je voor : T, een vriend van G, maakt een wereldreis, en zit in zo'n toeristenbus de obligate ronde van de stad Tokio te doen. Plots ontwaart hij in de wemelende mensenmassa op het trottoir een wel zeer opvallende verschijning. Minstens een kop groter dan al de rest en rossig. Stel je zijn verbijstering voor als hij merkt dat het G is! Wat een ongelooflijk toeval! In Tokio, een miljoenenstad! Haast buiten zinnen wurmt T zich naar voor op de bus om de chauffeur te overhalen te stoppen. Wanneer hij tenslotte opgewonden het voetpad opstormt en G op de schouder tikt verkneukelt hij zich in de opperste verbazing die hij zal teweegbrengen. G draait zich om en zegt zonder intonatie, enkel met een licht opgetrokken wenkbrauw : "Oh, hi T"
T is er tot op vandaag nog steeds niet over uitgepraat.
G is mijn schoonbroer. Mede daardoor woont hij met mijn zus samen, in het stilste dorp van de Westhoek. Hij werkt voor een internationaal bedrijf met thuisbasis London, voertaal Engels. Om maar te zeggen dat hij geen Nederlands spreekt. Vlaams wel, dat leerde hij van ons, maar we zijn eerlijk gezegd nogal slordig als we met hem converseren.
Laatst belde ik : "ah, G , hi, is me sis thuus? Hij : "Hello M ! oewist? menuutje, I'll call her, she's boven, reading a booksje", waarna ik hem aan de trap hoor roepen : "keppetje, it's je sis an de phone"
Op zich niks aan de hand, wij verstaan hem en hij verstaat ons.
Levert alleen een probleem op waar het AN nogal verschilt van ons dialect.
Zo kwam G jaren geleden met de wagen van Brussel terug en was daar in de binnenstad hopeloos in de knoei geraakt en de weg kwijt.
Bij thuiskomst wilde hij toch absoluut dat zus hem op de kaart iets aanwees. Een stad die meer dan alle anderen aangeduid stond in onze hoofdstad, maar die hij desondanks niet on the map had kunnen vinden.
Waar ergens bevond zich Andere Richtingen?

zondag, augustus 20, 2006

Belgisch bottinekesweer


Ze zijn al véél van pas gekomen. Ze kwamen voor Dranouter uit de kast, en kregen sedertdien nog geen rust. Niet dat ze daarop zitten te wachten. Ze doen niets liever dan stappen en zijn het meest gediend met onvervalst Vlaams kikkerweer.
Alhoewel die bottines ook Nederlandse buien, Frans onweer en zelfs Spaans slijk weten te appreciëren.
Om eerlijk te zijn, ze hebben dat van mij.
Geef mij en die schoenen van mij maar een malse regen - bij gebrek daaraan mag een regelrechte plensbui ook - waarna alle kleuren feller zijn en alles zo lekker fris ruikt, waarna overal water ritselt en druppels hangen te blinken. Geen paraplu, nee dank u. Ik heb een leeftijd bereikt waarop ik wel eerst moet rondkijken of er niemand in de buurt is, voor ik met mijn ogen dicht en mijn mond open - tong eruit - mijn gezicht naar boven kan draaien, maar ik doe het nog steeds.
Kleddernat zijn en met soppende schoenen naar huis, waar je je kleren van je lijf moet stropen.
En dan koffie en een gezelschapsspel. Daar kan geen brandende zon tegenop.
Nee, ik moet niet verliefd zijn om te singen in the rain.

vrijdag, augustus 18, 2006

beam me up


Er zijn zo van die dagen dat het schip met moeite te besturen valt.
Dat kan veroorzaakt worden door woelig weer, gaande van een lichte doch vervelende tegenwind tot een heuse magnetische storm.
Andere strubbelingen zijn mogelijks : aanvaringen met onbekende planeten, wormhole's, lastige Klingons en Romulans en zelfs intergalactische oorlogen.
En alsof dat nog niet genoeg is, kan er binnenscheeps ook vanalles gaande zijn : een vreemd virus, een verstekeling, technische mankementen allerlei.
Wat zouden ze doen zonder energiewolken, transporters,boordcomputers en vooral zonder de immer betrouwbare bemanning?
Zucht...we hebben het allemaal al eens meegemaakt zeker?
Op onze eigenste Enterprise?
Dat schip van mij is meer een rommeltje, lang niet zo goed georganiseerd als dat van captain Kirk.
Het hangt wat met haken en ogen aaneen en zwalpt soms meer dan dat het een rechte koers vaart en op een welbepaald doel afstevent.
Ik zie het ook zo ruim(telijk) niet. De levenszeeën bedwingen is mij al avontuurlijk genoeg.
Woelige waters, overstuur zijn, mensen vaarwel moeten zeggen, spijkers op laag water zoeken, voor schut staan, afgescheept worden, compleet de mist ingaan.
Ik kan ook wel een paar afleveringen vullen.
En wie niet.
Maar we zijn te scheep en we moeten varen.
En dan zijn er die prachtige zonsondergangen, een spiegelgladde zee, samenhorigheid met al je vrienden aan boord, het voortouw nemen, je nooit laten kisten, overstag gaan, kus(t) na storm op zee.
Het blijft schoon, zo door het leven zeilen, aanvaringen en al.
To boldly go where no man has gone before!

zondag, augustus 06, 2006

Gooi- en smijtwerk

Loop ik op de festivalweide rond. Beetje dartel wegens vandaag voor het eerst geen bottinekes nodig. Struikel ik bijna over een stok, mij voor de voeten gesmeten door pierre du coin!
En alsof dat nog niet genoeg is, staan er ook nog eens 3 vragen op die ik verondersteld word te beantwoorden, daarna mag ik de stok pas met een gerust hart verderkeilen, en wel naar 3 anderen! Dit ruikt naar kettingbrieven, maar vooruit, kwaad zal het wel niet kunnen zeker?
Mijn werktitel, geheime titel en droomtitel.
Werktitel : ik ben beoefenaar van een knelpuntberoep, het schone ambt van verpleegster. En alhoewel we ons heden ten dage verpleegkundige laten noemen en een broekpak en géén kapje meer dragen, zijn er nog steeds mensen die ons zuster noemen. Ik ben psychiatrisch verpleegkundige. Al héél lang en nog steeds met volle goesting. De mix van lichamelijke verzorging en geestelijke ondersteuning is zeer afwisselend, boeiend en verrijkend, net als ons cliëntéle. Meer en meer beginnen ze ook in andere specialiteiten dan de psychiatrie te beseffen dat het lijf niet zonder de geest kan en omgekeerd. Er staan ons nog boeiende tijden te wachten.
Hierover ooit zeker en vast meer, want als ik van Pierre al de stok kreeg, dan is mijn beroep het paard dat erbij hoort.
Geheime titel : Moeilijke categorie want een geheim is een geheim en ga ik hier niet pardoes op mijn blog smijten. Deze kun je krijgen : alhoewel niet geheim , toch niet echt werk : heilige maagd, moeder van 3 kinderen, lief van mijn lief, kind van mijn ouders, zus van mijn (schoon)broers en (schoon)zussen, tante van ettelijke neefjes en nichtjes, vriendin, buurvrouw, ex, en zo kan ik er nog wel een paar opnoemen.
Droomtitel : Ha, da's een makkelijke : goed georganiseerde madam met de perfecte maten.(wat zowat het tegenovergestelde is van wat ik nu ben)
Waarna ik volgaarne de stok in brand steek en op die manier de fakkel doorgeef aan De Naakte Keizer, Smiling Cobra en Alcyon. Geheel vrijblijvend uiteraard, en oppassen dat ge uw vingers niet brandt.

zaterdag, augustus 05, 2006

Volk

Ik ben eigenlijk niet thuis. Speel op verplaatsing.
Maar kan het niet laten toch iets te posten.
Dinsdag zette Vriend de tent al op. Want alhoewel hij vlakbij (in Poperinge) woont, blijven we toch graag ter plekke slapen. De sfeer en het samenzijn met al die vrienden, waarvan we sommigen enkel in Dranouter zien doen ons daartoe beslissen.
En het feit dat er al eens iets gedronken wordt bij zo'n gelegenheid.
Het valt me op dat onze buren (wat zijn het er véél, tentjes zo ver je kijken kan) steeds jonger worden.
Maar als ik bedenk dat ik wel de evolutie van de 1- en 2persoonstent in de laatste 30 jaar kan schrijven, op basis van wat ik hier in die tijd zag passeren, besef ik dat ík het ben. Ik word ouder. Op Dranouter echter is zoiets rap vergeten en daarenboven van geen tel.
Het modderbad van vorig jaar indachtig trok ik dit jaar mijn bottinekes aan. Ik kreeg er geen spijt van, de drukste stukken van de wei zijn al vlug kapotgetrappeld en veranderd in een glibberige massa. Tot groot jolijt van sommige gasten die duidelijk nog niet zelf hun was moeten doen - zie je wel dat ik oud word!
Uniek kader toch wel. Als ik opzij kijk zie ik tussen de festivaltenten door een glooiende wei vol koeien en daarachter piept nog net de toren van een verre kerk. Ik hoef maar mijn hoofd om te draaien om de bewimpelde Kayam te zien, waarrond het een wemelende drukte is.
Van deze aanvangsavond blijft Zap Mama me het meest bij, met een spetterende, besmettelijk enthousiaste Marie Daulne op het podium.
Wat een vrouw!
Hier moét je dansen, kan niet anders.
Jammer van die bottinekes.